Vragen? Neem contact met ons op:

*niet verwijderen*

11 tips voor een biodiverse tuin

Duurzaam, milieuvriendelijk, ecologisch, klimaatbestendig of natuurinclusief. Hoe je 'het beestje' ook noemt, feit is dat het wereldwijd niet goed gaat met de flora en fauna. Met name nuttige insecten, zoals bijen die planten en eetbare gewassen bestuiven, gaan al decennia in aantal achteruit. Door klimaatverandering hebben we te maken met extreem hete en droge periodes, gevolgd door enorme plensbuien en hevige stormen. 

Tijd om in actie te komen! Met elk steentje, hoe klein ook, help je het tij ten goede te keren. Vooral door die steentjes te vervangen door beplanting. Met De Dag van de Aarde (op 22 april) en De Dag van de Biodiversiteit (22 mei) op de internationale kalender geeft ons tuincentrum in Breezand 11 praktische tips voor een biodiverse, klimaatbestendige en natuurinclusieve tuin!

Voordelen van een biodiverse, natuurinclusieve tuin

De toenemende verstening van de wereld, onze tuinen incluis, zorgt onder andere voor wateroverlast en hittestress. Er zijn genoeg redenen om te kiezen voor een weelderige, gevarieerde groene tuin in plaats van een geheel betegelde of bestrate buitenkamer. Niet alleen voor de vogels, egels, vlinders en bijen, maar ook vanwege de vele voordelen voor jezelf. Voordelen van een groene tuin:

  • Schonere lucht, want planten, struiken en bomen vangen stikstof en fijnstof op
  • Meer koelte op hete zomerdagen (tuintegels – vooral donkergekleurde – houden enorm veel warmte vast)
  • Regenwater wordt opgenomen in plaats van wateroverlast te veroorzaken
  • Betere akoestiek, want begroeiing heeft een geluiddempend effect
  • Rust en ontspanning met rustgevende geluiden van het ritselen van bladeren, het gezang van vogels, gezoem van bijen en de geur en kleur van bloemen en planten
  • Bloemen en gezonde ingrediënten binnen handbereik (zelfs veel onkruid is gezond!)

In 11 stappen naar een natuurlijke tuin vol leven

  1. Beperk het aantal tegels in de tuin. Kies plekken waar je toch niet loopt of zit en vervang de tegels door beplanting, gras of halfverharding (grind, split, kiezels). Zo voorkom je wateroverlast en wordt de tuin ook een stuk koeler en fleuriger.

  2. Kies bij voorkeur inheemse, biologisch geteelde planten. Die gedijen hier sowieso prima en leveren vaak ook meer voeding aan insecten dan exotische exemplaren die bovendien meer onderhoud vragen en meestal ook niet zo lang meegaan.

  3. Plant een boom(pje). Bomen zijn onmisbaar in een tuin. Hun wortels nemen veel water op, ze werken als natuurlijke airco, bieden schaduw en privacy, vangen stikstof op en trekken vogels aan. Er zijn ook kleine boompjes die je in een grote pot kunt planten.

  4. Vang regenwater op. Leg een vijver aan of creëer een lager gelegen moeraszone. Dat scheelt wateroverlast én water geven, zorgt voor verkoeling en trekt insecten en vogels aan. Met een regenton heb je altijd gratis water voor handen en minder snel last van natte voeten.

  5. Creëer lagen. Ook in de natuur zie je lage en hoge plantensoorten bij elkaar. Van knollen en bollen in de grond tot bodembedekkers, struiken en bomen. De planten profiteren van elkaars nabijheid, bijvoorbeeld door de schaduw of beschutting die ze elkaar (én jou) bieden, het oogt mooi natuurlijk en veel dieren en insecten zijn er ook blij mee. Vlinders en vleermuizen navigeren zelfs op hoogteverschillen in de omgeving. 

  6. Plant bodembedekkers. Deze lage vaste planten groeien vaak zelfs onder grote bomen. Bodembedekkers zijn vaak ook wintergroen, houden onkruid tegen, nemen regenwater op en bieden insecten en kleine tuindieren beschutting. 

  7. Kies voor een haag in plaats van een schutting, hek of muur rond de tuin. Groene omheiningen zorgen voor zuurstof en luchtzuivering, schaduw en koelte in de zomer en trekken allerlei dieren aan. Egels kunnen zo ook van de ene tuin naar de andere lopen. Je kunt natuurlijk ook klimplanten tegen de schutting planten.

  8. Vergroen de gevel, het balkon of het dak. Klimplanten, zoals klimop, klimhortensia of klimroos, tegen de gevel hebben een isolerende en geluiddempende werking en vangen stofdeeltjes en regenwater op. Datzelfde geldt voor een groen dak met vetplantjes, zoals sedum.

  9. Gebruik geen pesticiden of kunstmeststoffen. Ze brengen de tuin alleen maar verder uit balans, want ze zijn ook schadelijk voor nuttige insecten, voor de vogels die de insecten eten en voor het bodemleven. In ons tuincentrum in Breezand vind je genoeg ecologische, natuurlijke meststoffen en bestrijdingsmiddelen.

  10. Maak het jezelf gemakkelijk: maai een deel van het gazon minder vaak. Je kunt bijvoorbeeld alleen looppaden en een zit- of ligplek regelmatig maaien en de rest van het gras langer laten groeien. Lang gras heeft diepere wortels, waardoor het sterker en groener is, en dus minder water nodig heeft, en is aantrekkelijk voor heel veel bestuivende insecten.

  11. Laat de boel lekker de boel. Laat uitgebloeide bloemen staan en afgewaaide bladeren en takjes liggen. Verdroogde stengels en afgestorven plantenmateriaal beschermen de planten en bodem in de winter tegen vorst. In het voorjaar kun je de plantenresten afknippen en tussen de planten versnipperen. Dit zorgt voor een natuurlijke bemesting van je tuingrond én een goede ondergrond voor insecten en kleine tuindieren. Snoeisels kun je ook versnipperen en composteren. Stapel takken of boomstammen op en laat her en der wat brandnetels en paardenbloemen staan. Daarmee biedt je schuil-, nestel- en voedselgelegenheden voor insecten en kleine dieren.

Tot slot: geniet van de tuin, van de flora en de fauna! Een natuurlijke tuin is ook voor kinderen veel leuker om in te spelen en ze kunnen er allerlei bloemen en beestjes in ontdekken. Onthoud: jong geleerd, is oud gedaan! Eventuele huisdieren, zoals honden en katten, vinden ook veel meer plezier en ontspanning in een weelderige tuin. Net zoals jijzelf natuurlijk.

Kom langs in ons tuincentrum in Breezand voor inheemse planten, organische meststoffen, bodembedekkers en nog veel meer voor een biodiverse tuin.